TOELATING IN NEDERLAND
Het Ctgb beoordeelt of desinfectiemiddelen (biociden) veilig zijn voor mens, dier en milieu voordat ze worden toegelaten. Het Ctgb is een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) en de onafhankelijke positie is wettelijk verankerd in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (2007) en de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (2006). Dit betekent dat het college besluiten neemt over de toelating van een middel zonder dat de politiek daar direct invloed op kan uitoefenen.
Het Ctgb is gehouden aan de algemene Europese en nationale regelgeving en beleidsregels en legt verantwoording af aan de beleidsverantwoordelijke bewindslieden (Ministerie van Infrastructuur en Milieu).
Het Ctgb besluit over de nationale toelating onder BPR alsmede de toepassingen en de wettelijke gebruiksvoorschriften.
Het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA - European Chemicals Agency), is een agentschap van de Europese Unie.
Het agentschap is in Helsinki gevestigd. De biocidenverordening (BPR, Verordening (EU) 528/2012) heeft betrekking op het in de handel brengen en gebruiken van biociden die mensen, dieren, materialen of voorwerpen moeten beschermen tegen schadelijke organismen, zoals ongedierte of bacteriën, door de werking van de werkzame stoffen in de biocide. Deze verordening heeft tot doel de werking van de markt voor biociden in de EU te verbeteren en moet tegelijkertijd zorgen voor een hoge mate van bescherming voor mens en milieu.
Er wordt getoetst voor registratie op productsoorten, ook wel producttypen genoemd.
De hoofdgroep 'desinfecteermiddelen' onderscheidt 5 productsoorten, PT 1 t/m PT5.
PT 1 = Desinfecteermiddelen voor menselijke hygiëne.
PT 2 = Desinfecteermiddelen die niet rechtstreeks op mens of dier worden gebruikt zoals oppervlakken.
PT 3 = Dierhygiëne.
PT4 = Voeding en diervoeders.
PT5 = Drinkwater.
ECHA heeft de werkzame stof beoordeeld en op de Artikel 95 lijst vermeld, zie tabel hieronder weergegeven.
The Drops Company - T +31(0)85 06 07 899 - info@drops-company.com